Waterwaarden in vijvers

Als u wilt weten hoe gezond uw vijver is, moet u de waterwaarden ervan goed in de gaten houden. De waterwaarden zijn afhankelijk van verschillende factoren. Ontdek alles wat u moet weten over waterwaarden in vijvers  en wat ze betekenen voor uw vijveronderhoud.

Waterwaarden in vijvers

Om het leven in een tuinvijver goed te laten gedijen moeten de waterkwaliteit en omgevingsfactoren goed zijn. Aangezien vijvers geen natuurlijk water zijn, vragen ze om speciaal onderhoud.Allerlei factoren beïnvloeden de waterwaarden – helaas meestal ten koste van de waterkwaliteit. Dit zijn onder meer invloeden van buitenaf, zoals zware regenval, maar ook gedeeltelijke waterverversingen met ongeschikt water. Ook te veel vissen, te vaak of verkeerd voeren en zelfs de installatie van vijverapparatuur spelen een rol. Controleer daarom regelmatig de belangrijkste waterwaarden en test ook altijd water dat u aan uw vijver wilt toevoegen.

Hoe worden waterwaarden gemeten?

Met eenvoudige, veilige en betrouwbare watertests zijn de waterwaarden gemakkelijk te controleren. Om waterwaarden snel of tussendoor te controleren zijn teststrips zeer geschikt, omdat ze de afzonderlijke waarden binnen enkele seconden meten.Veel dierenspeciaalzaken bieden ook vijverwatertests voor klanten aan. Vul hiervoor een ruime bak met vijverwater, sluit deze zonder luchtbellen af en laat het water zo snel mogelijk testen. Bewaar het water op een koele en donkere plaats, totdat u het bij de dierenspeciaalzaak inlevert.

Waterwaarden in vijvers: pH-waarde

Een erg belangrijke parameter voor tuinvijvers is de pH-waarde. Deze waarde geeft aan of het vijverwater zuur, neutraal of alkalisch is. De pH-waarden van een vijver zijn snel en betrouwbaar te bepalen met behulp van een vloeistoftest of teststrips, zonder gebruik te hoeven maken van een elektronisch meetapparaat (pH-meter). Bij een pH-waarde onder de 7 spreken we van zuur water. Bij een waarde boven de 7 is het water alkalisch of basisch. Vijvervissen voelen zich in het algemeen als een vis in het water bij een pH-waarde tussen de 6,5 en 8,5. Omdat schommelingen in de loop van de dag heel normaal zijn, kunt u de pH-waarde het best op verschillende momenten van de dag testen.De pH-waarde is direct afhankelijk van een voldoende hoge carbonaathardheid. Als de pH-waarde door verstoringen van het ecosysteem sterk gedaald of dramatisch gestegen is (bijv. bij algenbloei), kan als noodmaatregel een pH-stabiliserend middel worden gebruikt. In zo’n geval zijn ook een of meerdere gedeeltelijke waterverversingen aan te bevelen.

  • Goede pH-waarden in vijvers : 6,5–8,5

Waterwaarden in vijvers: carbonaathardheid

De carbonaathardheid kan als buffer dienen voor pH-schommelingen in het vijverwater. Dit is niet hetzelfde als het kalkgehalte, want kalk is niet oplosbaar in water. Van belang is dat de carbonaathardheid bij voorkeur boven 3°dH blijft, omdat de pH-waarde anders snel instabiel kan worden. Controleer de carbonaathardheid daarom regelmatig bij sterke plantengroei, algenbloei, intensief voeren of een groot visbestand. Gedeeltelijke waterverversingen en stabiliserende waterbereidingsmiddelen kunnen helpen om drastische dalingen van de carbonaathardheid te voorkomen of te verhelpen.

  • Goede carbonaathardheid in vijvers : > ca. 3°dH

Waterwaarden in vijvers: totale hardheid

De totale hardheid van water wordt grotendeels bepaald door de calcium- en magnesiumionen die erin zijn opgelost. Water wordt vaak zacht genoemd bij een totale hardheid van minder dan 8–10°dH, en hard bij een waarde van meer dan 18–20°dH. Aangezien magnesium en calcium belangrijke sporenelementen voor vijvervissen, micro-organismen en planten zijn, moet de totale hardheid altijd hoog genoeg zijn. Net als bij andere waarden zijn regelmatige gedeeltelijke waterverversingen gunstig voor een goede totale hardheid.

  • Slechte totale hardheid in vijvers: zeer laag

Waterwaarden in vijvers: ammonium en ammoniak

Ammonium (NH4+) en ammonia (NH3) ontstaan bijvoorbeeld als een uitscheidingsproduct van vissen (via de kieuwen), maar ook door afbraak van organische materialen zoals planten- en voedselresten. Ammoniak ontstaat bij pH-waarden binnen het alkalische bereik en is giftig voor vijverbewoners. Maar in vijvers met een goed werkend ecosysteem worden ammonium en ammoniak snel omgezet in nitriet, en vervolgens in niet giftig nitraat.Voorwaarde hiervoor is wel dat de biologische filtering al in volle gang is. Vooral in vijvers met een groot visbestand is het gebruik van een krachtig vijverfilter van groot belang. Om ervoor te zorgen dat het water voldoende zuurstof bevat voor een goede biologische filtering, kunt u het best ook een beluchtingspomp gebruiken.

  • Goede ammonium-/ammoniakwaarde in vijvers: niet waarneembaar

Waterwaarden in vijvers: nitriet/nitraat

Het nitriet dat ontstaat uit ammonium/ammoniak, is weliswaar giftig voor vissen, maar wordt bij een goede biologische filtering omgezet in onschadelijk nitraat. Verhoogde nitrietwaarden wijzen dan ook op een verstoring of onvoldoende biologische filtering van het water. Als nitriet is omgezet in nitraat, gebruiken planten het als voedingsstof. Maar omdat algen zich ook graag tegoed doen aan nitraat, kan een overschot al gauw leiden tot een algenplaag in uw vijver. In jaargetijden met weinig (onderwater-)plantengroei is een stijging van het nitraatgehalte in het water te voorkomen door gedeeltelijke waterverversingen.• Goed nitrietgehalte in vijvers : niet waarneembaar

  • Goed nitraatgehalte in vijvers : zo laag mogelijk

Waterwaarden in vijvers: fosfaat

Als we kijken naar stoffen die het vijverwater verontreinigen, speelt naast nitraat ook fosfaat een grote rol. Fosfaat in vijvers is vooral afkomstig van visuitscheidingen, maar ook van rottende plantenresten en bladeren. Fosfaten komen in opgeloste vorm in het water of in chemisch gebonden vorm in bijvoorbeeld het vijversubstraat voor. Een sliblaag op de bodem kan dus een permanente bron van fosfaat vormen.Hoewel fosfaat als bouwsteen van het leven onmisbaar is voor alle levende wezens, kan een te hoog fosfaatgehalte leiden tot een algenplaag. Dit is alleen te voorkomen door een passend visbestand, juiste voeding met hoogwaardig merkvoer en goed onderhoud van de vijverbodem. Maar ook fosfaatreducerende producten uit de vakhandel kunnen hierbij helpen. In de regel volstaat het om regelmatig slib van de bodem te verwijderen, een deel van het water te verversen en voldoende planten toe te voegen om het fosfaatgehalte langdurig onder controle te houden.

  • Goed fosfaatgehalte in vijvers: zo laag mogelijk

Waterwaarden in vijvers: zuurstof

De hoeveelheid opgeloste zuurstof in vijverwater is afhankelijk van de watertemperatuur. Hoe warmer het water, des te minder opgelost zuurstof het kan bevatten. Om zuurstofproblemen aan het licht te brengen kunt u het best ’s ochtends vroeg het water testen, omdat het zuurstofgehalte dan het laagst is. Vooral op warme en vochtige zomerdagen en bij sterke planten- of algengroei is het belangrijk om voor voldoende waterbeweging te zorgen, bijvoorbeeld door middel van een pomp of een stroompje. De meest effectieve oplossing is het gebruik van een speciale vijverluchtpomp, die ook bij sterke plantengroei of algenbloei van levensbelang voor uw vijver kan zijn. Het is het best om de pomp vooral ’s nachts te laten draaien.

  • Kritisch zuurstofgehalte in vijvers: < 5 mg/l bij karperachtigen